skip to main |
skip to sidebar
Ook
dit seizoen zullen we het verbod
op
badeenden streng handhaven.
Ingesloten
vindt u een lokfluit
om het
speelse gedobber
bij
elkaar te drijven.
Ik
lees verder:
strikte
regels
over
reinigingsprocedures
en…breaking
news…
een
nieuwe verbruiksmanager
hijst
mij in no time in een kostuum
waarmee
ik de dag begin,
doorsta
met
denken aan die plastic enclave
besparen,
uitzetten in het wild en hoe
ik straks
een watergraf voorkom.
gestaakt.
Er is geen lichaam,
geen lijn die haar raadsel
verbindt met doorslaggevend bewijs
na jaren van zoeken
over zeeën glad gestreken
als bedden onbeslapen.
In haar kamer lag
de omwoelde hoop nog intact
zonder briefje, goodbye note
gekraakte code vol kruimels
om de achtergebleven ideeën
aan exploderende honger te stillen.
Het rommelt in de maagstreek.
Vinden staat er niet gelijk aan genezen
wanneer vertrek naar eigen inzicht
huiswaarts zal keren.
In mijn hopeloos halve huis
bezoek van een laatste ingeving;
onder het bed heb ik nog niet gekeken.
Carrièredagen dienen zich aan
en ik sport een treetje lager
vanwege
de getailleerde jasjes.
Ook zij moeten het doen met 24
uur
en gaan gebukt onder winter- en
zomertijd.
Kantoorverlichting.
Feitelijk is er niets en dat is
alles.
Nou ja, er wordt wel degelijk
een hete drank in mijn bekertje
geschonken
en ga me niet vertellen dat de
tong die ik verbrandde
eigenlijk is verzonnen.
De koffieautomaat zit vol leven
maar kent zijn eigen kracht
niet
en onthoudt zich van een
mening.
De directeur roept mij bij
zich.
Hij heeft een verhaal over hoe
alles verandert,
dat wij daar in mee moeten
gaan.
Even later sta ik met
verhuisdoos buiten
en kijk er terug op een vorig
leven.
Volgens de toelichting
beginnen we voorzichtig
met het afkickprogramma
stevig ingesnoerd
in een stiltecoupé
stelt zeer adequaat
belastbaarheid op de proef
Deze is weinig rekbaar
getuige de ontwenningsverschijnselen
Zweten. Sneller ademen,
het gevoel dat je dood gaat
Buiten maken plezierbootjes
geluidloos plezier en houdt de was
het niet droog
De regen, zachte percussie
tegen het raam en lekker high
vanwege dit verrukkelijke kabaal
verlaat ik de reis voor de roes
De begeleiding grijpt in. Het is tijd
om de oordoppen in te doen.
Ze is een stad.
Ze is een kokend trottoir
waar slippers op smelten
zoals een vergeten strijkijzer
door het overhemd valt.
Ze spuugt stoom door roosters
zodat ik weet dat het ondergronds kookt.
Ze is bezorgd. Dat zie ik
aan hoe ze slapeloosheid begrijpt,
dat meer is dan een verschil in tijd,
een verstoord bioritme,
de stijgende zeepsiegel en ik
komen daarin nader tot elkaar
zodat het mij vanwege de ronde rimpels
aan kan raken.
Loeiende sirenes
worden slaapliederen aan het bed.
Er wordt over mij gewaakt.
Maar waar ik ook kijk,
nergens misdaad.
Wel stuurloze gedachten,
vreugdeloos spel,
het uitstel.
Dit hier is het .
Hier ben ik tegen de stad aangeplakt.
Het vloekt, ik spat er vanaf
als een weerbarstig
donororgaan.
Ik ben een stad in een stad
Ik ben de stad in een stad
en bezoeker van steden
Ik bewoon wat onbewoonbaar wordt geacht.
Het ronde souterrain van slaap
is het sneeuwlandschap waarin nachtdieren
hun afdrukken opzettelijk achterlaten.
Het roofgevoel kan daglicht niet verdragen
en maakt van mij een spoorzoeker in de dop.
Dat is oppassen geblazen!
Zo word ik door een zeemonster
opgeslokt en na inwendig verblijf
op een aangeharkt strand gedropt.
'Schets ons een hemel met houvast!'
dwingen inboorlingen.
Ik kom met het beste dat ik kan brengen;
een avond vol sjamanen vertellen
verhalen voorbij het kampvuur,
levensecht lijkende belevenissen
trekken de jager door de nacht,
ze wissen het kind dat hij ergens nog was.
Supersized eet ik mijzelf zelfrijzend zoet.
Kleren te heet gewassen, krimpen,
scheuren, zijn kleiner uitgevallen.
Extra small dus is het tussen al het knellen door
behelpen, op zoek naar een sapje dat terugbrengt
naar meer normale zelven.
Een weg terug is er nooit.
In de ogen van het landschap scoor ik seismisch laag
terwijl verderop de zonverlichte fabricage
als een koekblik ligt te bakken.
Met mijn reuzenhand en reuzenhart
gesneden uit een reuzenborst vind ik
daarin niets dan beschuit
dat ik in mijn reuzenvuist tot kruimels knijp,
in dit goedbedoelde sprookjesbos
voor je achtergelaat om spoor
te zoeken.
Vraatzuchtige voedselprijzen dijen uit,
menukaarten en wachtlijsten lijden hongersnood.
weldoeners verspreiden free sample's tast,
de weg naar candy land is in no-time opgegeten.
It was one of those days where it is a minute away from snowing.
And there's this electricity in the air. You can almost hear it, right?
And this bag was just, dancing, with me. Like a little kid, begging me to play with it. For 15 minutes long.
That's the day I realized that there's this enire life behind things.
And this incredibly benevolent force wanted me to know that there was no reason to be afraid. Ever. Amercian Beauty, 1999, Sam Mendes
Een garantiebewijs voor maar liefst 2 jaar
wordt als een Amerikaans zakje
door de steeg geblazen.
Ik ben ronduit verbaasd om een achteloze
wereld waarin zekerheden niets waard zijn
maar geniet voluit
van zijn dans
met mij.
En we voelen ogen vol afkeuring
en zien daarin ogen vol wensen.
Natuurlijk,
ik heb haast verzonnen.
Ik moet een waakzame man zijn.
Ik teer op spijt.
Dat is alles wat ik slechts bedacht en hij bewijst
een dienst, garandeert niets, slechts een hand
die uitnodigt tot de dans,
wel 15 minuten lang.
Hij een shawl, zij een shawl.
Tegen de naderende kou die het zand
als een gevloerde geest op ons af jaagt.
Ze zijn op een moderne manier ingepakt.
Daarin schuilt vrijheid
als een proef op de som.
Het zout op de tong smaakt naar meer.
De boot terug zit er niet op te wachten.
Meer zul je krijgen lief stel.
Meer zal ik geven aan jullie armen
die op elkaar inhaken, niet loslaten.
Kamers laad ik met raadsels
met scherp op het hart afgevuurd.
Je zult er door geraakt worden
en er meteen van willen genezen.
Dit zal je leven zijn, de koorts en de kuur.
Niets blijft en wordt gekend, wie ook maar
de bijsluiter schrijft. Zo luidde die middag
de belofte van een meedogenloos strand.
Gefeliciteerd, u bent de 1.000.000ste bezoeker.
Dit is ook nog eens geen grapje.
Maar wat dan wel?
Ik vrees ernst.
Het valt mee.
Men is vooral blij
met mijn komst en zet in op afname.
Dus versla ik een proefmonster,
verwen vrijblijvend met een testpakket,
neem een kwartaalabonnement,
probeer een geloof.
Het blijven allemaal kraampjes
langs dezelfde straat, zoveel open
venster kan een mens niet verdragen
Een crash en staren in vormloos zwart
Deze storing is wel een felicitatie waard
maar wordt door niemand opgemerkt
Dit zijn inderdaad brochures
van dezelfde reis als vorig jaar.
Ik moet zeggen, het beviel goed.
We kenden een vliegende start
maar opeens was je spoorloos verdwenen
en heb ik bedacht voor de herkansing
te gaan. Het waren negatieve
reisadviezen om in de wind te slaan
en het zwembad vol koudwatervrees
is heus warm aan de huid kan
wie anders dan ik je verzekeren.
Ik zal je niet vervelen met een once
in a life time trip, wel: je keer op keer
verlokken naar het zonovergoten deel
van het innerlijk weten. Je koffers heb
ik altijd voor je klaargezet en, vooruit,
waar je een jaar geleden aan begon
mag je dit jaar met korting afmaken.
In een behandelkamer lijkend op het louvre
lag ik, nee ik zat inmiddels weer tegenover de Chinese
waarzegster, de waarzegster van Chinese komaf.
Ze doorboorde mij, alle lagen vlees en nog meer
van dat soort gewoontes, in elkaar geperst
verleden. Het was haar ernst en ze zei je bent los
van de korst, je wortels dwarrelen als slingers
boven feest verdoofde hoofden ben je slechts
versiering om onderdoor te lopen op zoek
naar een gesprek/lach/zoen. Ontgin aarde,
bewerk haar tot ze op apegapen ligt en vergeeft
omdat, wat?...hier niemand jou op de hielen zit.
Gisteren 3 gemiste oproepen
van een onbekende beller.
Het beleid is altijd geweest:
alleen opnemen indien de duidelijk omschreven
identiteit in het oplichtende scherm verschijnt.
Vandaag 2 berichten van opnieuw
een onbekende beller.
Dezelfde?
Ik speel af, één lange ruis
zoals wind in bomen hangen blijft
en dan het bereiken van de maximale opnametijd.
Ik ben een nieuwsgierig dier.
Morgen waak ik en houd de wacht.
We zullen elkaar niet spreken maar luisteren
alsof je 'af' bent als je de eerste bent die wat zegt.
Bij Ikea kocht ik een wachtkamer
doe-het-zelf-pakket. Compleet met
stoeltjes voor aan de muur, tafels vol
tijdschriften met bemoedigende verhalen,
uiteraard een luid tikkende klok en een balie
met receptioniste die mij, nog een moment
geduld, voortdurend gerust stelt.
Daar zat ik dan, in mijn fonkelnieuwe
wachtruimte. Af en toe kwam er iemand binnen
even een knikje, ging er iemand weg, tot ziens,
maar verder niets noemenswaardigs. Dus bleef
ik maar wachten. Alles leek het prima te doen
en je kon er uitstekend tijd verpozen,
maar toch begon het te knagen;
had ik misschien iets over het hoofd gezien?
Ik pakte de knutselinstructie er nog eens bij
en verzuchtte in opluchting. Daar op pagina 12,
hoe had ik het kunnen missen, in een handomdraai
de wagenwijde deur naar buiten.
Op hol geslagen steigert edele stilte hoog boven mij uit.
Ik kan én heb geleerd
wegrennen
of doen alsof je dood bent.
In dat moment van dringend kiezen vroeg ik mij af
waarom een dilemma standaard twee oplossingsrichtingen biedt.
Veel tijd voor verder nadenken was er niet waarop
ik koos voor schijndood en beteugelen.
We keken elkaar strak aan en vonden misschien
een spiegelbeeld, niets te doen dan slechts mijn hand
op haar warme flank leggen. Stilte dreigt een bedreigde soort
te worden zag ik in een documentaire. Herken je dat,
hoe gefilmde emoties rechtstreeks binnenkomen en harten
doorboren? Daar ligt samengebald geluid in kamers
volgestouwd tot het als zand wegsijpelt. Je bent bang
voor echo's die overblijven omdat je jezelf kunt horen denken
en niet uit kan staan. Luister maar hoe het flippert
tegen de wanden van jouw vacant geworden hartpanden.
Een oud huis kies je vanwege het karakter
en het is van belang door de huidige staat heen te kijken,
vooral te visualiseren wat je ervan gaat maken. Tenminste,
zo kijk ik naar dat soort dingen, of heb ik mij dat laten vertellen?
Ik hoor haar kloppen en we staan daar zomaar even een poosje
aan elkaar te wennen. Dan ontzadel ik haar en maken we
lange ritten over rijp bedekte mistlanden.
We luisteren naar het ademen en snoeven maar zeggen niets.
Ze beent met zevenmijlslaarzen over stilgevallen landen.
Volgens zij die binnenblijven is ze wind. Dat snap ik, want ze is
heerlijk woest en vormloos als ze de benen, mijn benen (!)
van de grond tilt. Ik spartel en voel mij op drift, een losgeslagen
schip, boomblad dat van een regenplas nipt en zonder verzet
naar andere momenten geblazen. Daar zal ik liggen en glijd, dein,
val door mijzelf. Wij zijn door twee gedeeld, één geworden kom
ik op de dijk mensen tegen die druk met de uitgelaten hond praten
en ik wenste dat ook ik met dieren kon spreken of een ander talent
bezat dan alleen maar wind te zijn, deuren laten rammelen, ramen
in sponningen doen schudden, energie opwekken en zomergras
zacht aansporen te wuiven. Maar dit is wie ik ben vaak overal
en op stille dagen plotseling even zo goed nergens.
Ik had het weggelegd en er niet meer aan gedacht
Ook niet aan waarom al weer en hoe het daar in de ijskast
tegen startblokken wachtend op een ontsnappingsclausule
Ik begon in een boek, maakte een wandeling, zat op de bank
slechts te zitten en ontcijferde op eigen houtje een zelfhulpformule
en terwijl ik daar zo vanaf de sofa door de kamer keek
Niets
schoot er een zekere poos door mijn hoofd
en ik vroeg me af hoe het zo luid kon weerkaatsen
Dan ontruim je de vriezer, bijvoorbeeld een paar maanden
later en vind je het terug. De omstandigheden van toen
zijn weggesmolten en bevroren bier, éénmaal ontdooid,
smaakt naar wat eens is geweest.