donderdag 25 augustus 2011

City Slang




Ze is een stad.
Ze is een kokend trottoir
waar slippers op smelten
zoals een vergeten strijkijzer
door het overhemd valt.

Ze spuugt stoom door roosters
zodat ik weet dat het ondergronds kookt.

Ze is bezorgd. Dat zie ik
aan hoe ze slapeloosheid begrijpt,
dat meer is dan een verschil in tijd,
een verstoord bioritme,

de stijgende zeepsiegel en ik
komen daarin nader tot elkaar
zodat het mij vanwege de ronde rimpels
aan kan raken.

Loeiende sirenes
worden slaapliederen aan het bed.
Er wordt over mij gewaakt.
Maar waar ik ook kijk,
nergens misdaad.

Wel stuurloze gedachten,
vreugdeloos spel,
het uitstel.

Dit hier is het .
Hier ben ik tegen de stad aangeplakt.
Het vloekt, ik spat er vanaf
als een weerbarstig
donororgaan.

Ik ben een stad in een stad
Ik ben de stad in een stad
en bezoeker van steden

Ik bewoon wat onbewoonbaar wordt geacht.

Geen opmerkingen: