maandag 7 februari 2011

Ze beent met zevenmijlslaarzen over stilgevallen landen.
Volgens zij die binnenblijven is ze wind. Dat snap ik, want ze is
heerlijk woest en vormloos als ze de benen, mijn benen (!)
van de grond tilt. Ik spartel en voel mij op drift, een losgeslagen
schip, boomblad dat van een regenplas nipt en zonder verzet
naar andere momenten geblazen. Daar zal ik liggen en glijd, dein,
val door mijzelf. Wij zijn door twee gedeeld, één geworden kom
ik op de dijk mensen tegen die druk met de uitgelaten hond praten
en ik wenste dat ook ik met dieren kon spreken of een ander talent
bezat dan alleen maar wind te zijn, deuren laten rammelen, ramen
in sponningen doen schudden, energie opwekken en zomergras
zacht aansporen te wuiven. Maar dit is wie ik ben vaak overal
en op stille dagen plotseling even zo goed nergens.

Geen opmerkingen: